In deze bekende kerstlegende wordt een episode uit het leven van drie arme schooiers uit het Neteland verteld. Suskewiet, Pietje Vogel en Schrobberbeek. Zij hebben afgesproken om op de vooravond van Kerstmis samen 'drie koningen' te zingen. Ze verdwalen echter en komen terecht bij een foorwagen, waar ze Jozef, Maria en het kindeke Jezus ontmoeten. De volgende Kerstmis besluiten Schrobberbeeck en Pitje Vogel alleen te gaan zingen. Zonder succes. Pitje Vogel wil dan, in zijn overmoed, naar de afgezette pastoor gaan. Daar ontmoet hij de duivel die hem in ruil voor geld zijn ziel afpakt. De derde Kerstmis, Suskewiet is ondertussen gestorven, brengt Schrobberbeeck een bezoek aan de rijke maar ongelukkige Pitje Vogel. In een laatste gevecht met de duivel roept Pitje Vogel de hulp in van Maria en wordt aldus bevrijd.
© Toneelfonds Janssens
Felix Timmermans
Cockmartin Roger (Pitje vogel, palingvisser), Surkeyn Rik (Suskewiet, herder), Chevrolet Robert (Schrobberbeek, bedelaar), Tresignie Coleta (Polien Pas, waardin uit "Het zeemeerminneken"), Langhendries Mevr. (Maria), Debusscher Giedo (Jozef), Floridor Frans (Het kindeke Jezus), Floridor Jeanne (De Duivel), Buelinckx Jean-Pierre (Een burgemeester), Demesmaeker R. (Een koster)
Floridor Frans (belichting)
Hollemans Piet, Vaeremans Maurits, Claessens Albert